Een klompje cellen gaat zich na de bevruchting delen en vermenigvuldigen tot een grote bal met cellen. Deze bal met cellen ontwikkelt zich na een paar dagen weer verder in twee gedeelten. Een deel groeit verder tot baby en het andere gedeelte wordt de placenta en navelstreng.
In de eerste periode voedt het klompje cellen zichzelf. Maar na een bepaalde tijd is dat niet genoeg meer. Het klompje cellen wordt de embryo en gaat zich innestelen in de baarmoeder, zo ongeveer 7 dagen nadat de bevruchting heeft plaatsgevonden. Dat innestelen duurt een kleine week en het weefsel waar de embryo zich in gaat nestelen is al gevormd voordat de bevruchting plaatsvond. De kant die tegen de wand van de baarmoeder aan komt te liggen, dat wordt de placenta.
De placenta heeft geen vaste plek in de baarmoeder. Die is bij iedereen anders. Bij de ene vrouw ligt de placenta hoog en bij de andere vrouw ligt de placenta laag, op de voorwand, achterwand of zijwand. Wanneer de placenta te laag ligt, kan het zijn dat je een laag liggende placenta hebt, wat inhoudt dat de placenta bij of over de baarmoedermond ligt. Dit kan ervoor zorgen dat vaginaal bevallen niet mogelijk is. Bij de 20-weken echo wordt er naar de ligging gekeken en bij een laag liggende placenta wordt er later in de zwangerschap rond de 30-32 weken opnieuw een echo gemaakt. Vaak is de placenta dan mee geschoven en heeft dat geen gevolgen meer voor de bevalling. Een laag liggende placenta komt voor bij ongeveer 0,3-0,5% van de zwangerschappen. Ligt de placenta op de voorwand (tegen jouw buik aan), dan kan het zijn dat je de bewegingen van je kindje iets later voelt dan gemiddeld.
Zolang de baby nog niet is geboren, voorziet de placenta de baby van voedingsstoffen en zuurstof.
Elke placenta is uniek. Er is er geen één hetzelfde! Een placenta rond de uitgerekende datum is een schijf met een diameter van zo’n 15-24 centimeter en heeft een dikte van 3 centimeter en weegt gemiddeld maarliefst zo’n 500 gram. Hoe groot en zwaar de placenta is, is afhankelijk van het gewicht van de baby.
Meerdere placenta’s
Algemeen gezien is er sprake van één placenta. Het komt wel eens voor dat deze placenta uit
meerdere delen bestaat. Bij zo’n 2-3% van de zwangerschappen komt dit voor.
Wanneer een placenta uit twee delen bestaat, kan dit alleen omdat deze bij elkaar gehouden wordt door bloedvaten van de placenta die door de tussenvliezen lopen.
Er kan ook sprake zijn van een ‘bijplacenta’. Dit is in principe hetzelfde, alleen is een van de twee delen groter dan het andere gedeelte. Als dit gebeurt, is de kans aanwezig dat het tweede en kleinere gedeelte gemist wordt en in de baarmoeder achterblijft na de bevalling. Na elke bevalling wordt de placenta uitvoerig nagekeken.
Comentarios